Oosterscheldepark de Stelhoeve
Over ons
Over ons

De Stelhoeve; in 3 jaar naar een Zoover award

Nog maar een paar jaar geleden, in 2010 ging de schuur van de Stelhoeve in vlammen op. Samen met Roos & Ros architecten hebben we vervolgens een mooi plan gemaakt met de huidige schuur als prachtig resultaat. Bouwbedrijf van de Linde uit Goes heeft de schuur volledig nieuw gebouwd. Het resultaat mag er zijn!

In mei 2011 opende de Stelhoeve zijn deuren. Gelegen aan de Oosterschelde, nabij het dorpje Wemeldinge, werden 18 vakantiecottages, een groepsaccommodatie en een vergaderaccommodatie gerealiseerd. Inmiddels 3 jaar later wordt het park hoog gewaardeerd door Zoover, momenteel met een 8,5! In 2013 ontving het park de award Zoover Highly Recommended. Begin 2014 mochten we deze opnieuw ontvangen.

Rijksmonument

De Stelhoeve is een Rijksmonument in Zeeland waarvan de eerste funderingen dateren uit 1540. Het is nu een gerenoveerde oude Zeeuwse boerderij, een hofstede. Het terrein is omringd door groen. In de kreek bij het park vinden watervogels hun thuis. Er is bij de Stelhoeve een wade en een oude drinkput terug te vinden. De combinatie van de Oosterschelde, de authentieke boerderij en de natuur zorgen voor een heerlijk, rustig verblijf.

Maria Coomans

Ambachtsvrouwe Maria Coomans
Maria Coomans, gedoopt te Goes op 19 december 1717, was ambachtsvrouwe van Wemeldinge van 1772 tot aan haar overlijden op 8 augustus 1791. Ze had haar buitenverblijf in de Hofstede Stelhoeve. Ze erfde deze titel met alle rechten en plichten die daaraan verbonden waren van haar broer Jacobus Coomans die op 16 december 1771 op 61 - jarige leeftijd overleed. Jacobus was in 1758 zijn overleden broer Pieter opgevolgd. Deze Pieter Coomans was in 1739 gehuwd met de 22 jaar oudere Isabella Westerwijk, weduwe van Johan Rontvis welke vele jaren schepen van Goes en ambachtsheer van Wemeldinge was. Ambachtsvrouwe Maria Coomans wilde haar titel met de hieraan verbonden rechten en plichten meer nog dan haar broers en voorgangers waarmaken. Ze was ruimhartig en zowel dorp als kerk van Wemeldinge goedgezind. Er was een warme band die wellicht nog eens versterkt werd door nauwe betrekkingen die de ambachtsvrouwe onderhield met Ds. Jan te Water die van 1765 - 1793 de gemeente van Wemeldinge diende. 

In 1787 liet Maria Coomans een testament opmaken dat na haar overlijden in 1791 geopend werd en dat in meerdere opzichten belangwekkende gevolgen had voor de Wemeldingse gemeenschap. Niet alleen de 'grote Armen van Wemeldinge' (het toenmalige armenbestuur) werd door de ambachtsvrouwe goed bedacht door een legaat, maar dit gold ook voor de kerk van Wemeldinge. In het 32e legaat van het testament werd aan de kerk toebedeeld: een bedrag in contanten ter grootte van zevenhonderd ponden vlaams en verder de hofstede Stelhoeve met bijbehorende 107 gemeten grond. Het geldbedrag was bedoeld om oude schulden die het kerkbestuur had te kunnen aflossen. De pachtopbrengst die Stelhoeve zou kunnen opleveren gaf de mogelijkheid om het kerkgebouw tot in lengte van jaren te onderhouden. Aan het legaat waren echter twee opmerkelijke voorwaarden verbonden. Ten eerste mocht de hofstede Stelhoeve nooit worden verkocht en in de tweede plaats zou er nooit een "orgel ten dienste van het gesang in voornoemde kerk te Wemeldinge voor rekening derselve kerk gemaakt nog opgerigt" mogen worden. Als aan deze bepalingen op enig moment niet zou worden voldaan zou de gehele erfenis vervallen aan de "Armen van Wemeldinge". 

De achtergrond van de eerste bepaling lijkt vrij gemakkelijk te achterhalen. De ambachtsvrouwe zal het kerkbestuur hebben willen behoeden voor korte termijn beleid waarbij de boerderij verkocht zou worden ten bate van incidentele uitgaven. Daarnaast zal ook een rol hebben gespeeld dat het erfgoed niet in 'vreemde handen' zou overgaan. De overwegingen die hebben geleid tot de orgelclausule zijn minder gemakkelijk te raden. Een aantal veronderstellingen worden door historici geopperd. Zo zou het opnieuw een verankering van de wens van de ambachtsvrouwe kunnen zijn dat haar bezit nooit in vreemde handen zou overgaan. Andere mogelijke verklaringen hebben meer te maken met orgel en gemeentezang zelf. In 1773 werd een nieuwe psalmberijming ingevoerd en in dezelfde periode werden in veel kerken, ook in Goes en omgeving, kerkorgels geplaats om de gemeentezang te ondersteunen. Sommigen opperen dat Maria Coomans een behoudende geloofsopvatting had en deze nieuwe ontwikkelingen wilde tegengaan. Waarschijnlijker is echter, gezien haar sociale en kerkelijke context in haar woonplaats Goes, de hypothese dat zij juist aan de kerk van Wemeldinge tijdens haar leven een orgel heeft aangeboden maar dat het kerkbestuur zelf dit, op grond van conservatieve opvattingen, geweigerd heeft. 

In later jaren, met name in de eerste helft van de 20e eeuw, zijn er vele malen discussies gevoerd binnen gemeente, kerkenraad en kerkvoogdij, zijn juristen en andere deskundigen geraadpleegd, in het kader van het pogen van een aantal Wemeldingers om toch eindelijk ook een orgel in de kerk te kunnen plaatsen. Pogingen die telkens vastliepen op de vasthoudende opvatting van de kerkvoogdij dat een dergelijke beslissing de financiele positie van de gemeente ernstig in gevaar zou brengen. In de jaren vijftig van de 20e eeuw wist de toenmalige predikant Ds. J.G. van Ieperen met de kerkenraad een doorbraak te bereiken in de kwestie. Een onafhankelijk van de kerk opererende Stichting Orgel Wemeldinge werd opgericht. Deze stichting kocht het door de stormramp van 1953 beschadigde Van Dam orgel van de Hervormde kerk van Kruiningen aan. Op een dag in de eerste maanden van 1958 deed de kerkvoogdij niet meer dan het van slot halen van de kerkdeur en enige tijd later was er, zonder verdere bemoeienis van de kerkvoogdij, een orgel in de kerk van Wemeldinge geplaatst. 

De laatste ontknoping van de verwikkelingen rondom het testament van Maria Coomans volgde 40 jaar later in 1997. Boerderij Stelhoeve was gaandeweg voor de kerkvoogdij, die toen inmiddels ten gevolge van het Samen op Weg proces Kerkvoogdelijke Beheers Commissie heette, veel meer last dan lust geworden. Het noodzakelijke onderhoud kostte de kerk gaandeweg aanzienlijk meer geld dan de pacht opbracht. Opnieuw werd een deskundige gevraagd of er mogelijkheden waren de boerderij te verkopen. Prof. Mr. J. Th. de Smidt, emeritus hoogleraar oud-vaderlands recht aan de Universiteit te Leiden en de Universiteit van Amsterdam, werd om advies gevraagd. Groot was de verbazing maar ook de opluchting toen uit zijn op 15 september 1997 opgestelde advies bleek dat de specifieke beperkingen op het bezwaren of vervreemden van het gelegateerde onroerend goed al vanaf het in werking treden van een decreet van 24 januari 1812 zijn komen te vervallen. Op 31 maart 1998 werd Stelhoeve verkocht. 

Maria Coomans is begraven in de Grote of Maria Magdalena kerk te Goes. Tot op de dag van vandaag dienen, volgens nog een andere bepaling in haar testament, alle inwoners van Wemeldinge vrije toegang tot de kerk te krijgen om haar graf te bezoeken. Of het zou moeten zijn dat ook deze bepaling door het decreet van 1812 is komen te vervallen...?

Bronnen: 
G.J. Lepoeter, Kerk in Perspectief, verleden en heden van de Sint Maartenskerk te Wemeldinge, Kapelle/Wemeldinge 1989. 
G.J. Lepoeter, Maria Coomans, ambachtsvrouwe van Wemeldinge, Goes, De Koperen Tuin, 1998.